Samen met mijn vrouw Cynthia hebben wij op 1 december 1987 onze maatschap opgericht om een tomatenkwekerij te beginnen. Inmiddels kunnen we terugkijken op meer dan 25 jaar ervaring in het vak. Tuinder zijn zit al generaties in de familie. Mijn vader, opa en overgrootvader waren ook al tuinder. We bladeren af en toe nog in de boeken die uit die tijd en zien daarbij een veelvoud aan producten die toen gevoerd werden.
In de boekhouding van mijn opa lees ik over kleine bestellingen van bonen die per 100 stuks verpakt werden! Rijen met producten zijn terug te vinden; veelal groenten op open grond, of uit de lage kassen en ook fruit tegen de muur – dat was in die tijd heel gebruikelijk.
Mijn vrouw en ik richten ons vanaf het begin op één product en dat is de losse tomaat. Wij komen uit het westen van Nederland en hebben eerst in Bleiswijk een bedrijf gehad, maar zijn nu gevestigd in Berlikum. Berlikum is een relatief klein tuinbouwgebied met een mooie, rustige en weidse omgeving. Er is nog ruimte hier. Onze kassen zijn 4,4 ha en wij wonen bij ons bedrijf.
Half december starten wij met de teelt als de kleine tomatenplantjes binnenkomen die dan ongeveer 20 cm groot zijn. Het oogsten van de tomaten vindt plaats van half maart tot begin november. Wij produceren niet het hele jaar rond, daarvoor is de concurrentie uit het buitenland in de periode van november tot maart te groot. Spanje is een grote producent van losse tomaten.
Het eerste moment van de oogst is een van de mooiste periodes van het seizoen. Het is spannend om te zien of er na drie maanden een kwalitatief goede oogst kan worden geproduceerd. Je hebt daar veel tijd in gestopt en elke dag zo goed mogelijk ingespeeld op alle omstandigheden voor de teelt. De klimaatregulering is daarbij natuurlijk ook cruciaal. Wij gebruiken in onze kassen net zoals veel andere telers de restwarmte van een warmtekracht-koppelingsinstallatie, hetgeen een moderne en duurzame oplossing is.
Biologische bestrijding vind ik altijd een interessant thema. Wij hebben daar een medewerker voor die met ‘vangplaten’ of ‘signaalborden’ de toename van de schadelijke witte vlieg meet, om uit te vinden in welke mate er biologisch bestreden dient te worden in de kassen. Wij doen dat onder andere met macrolophus, een specifieke naam voor een bijzonder beestje dat het ongedierte uit het gewas houdt. De populatie van dit beestje bouwen we zelf op door hem wekelijks bij te voeren. Zo helpt het ons om de zomer goed door te komen als het om gewasbestrijding gaat.
In Berlikum werken we nu met zes andere medewerkers in vaste dienst. In de drukke periode hebben we hier een grote club scholieren en studenten, hetgeen erg gezellig is. Dat de sfeer goed is blijkt uit het feit dat ik hier uit één gezin nu al de vierde medewerker heb; een broer en twee zussen waren hier ook altijd seizoensmedewerker. Ook heb ik wel eens het verzoek gekregen voor een vakantiebaan van iemand die hier met zijn schoolklas op bezoek was.
Ik vind het belangrijk om overal bij betrokken te blijven en met al mijn mensen samen te werken op de werkvloer. Het maakt de sfeer beter als je goed aanspreekbaar bent.
Wat me ook opvalt is dat de interesse toeneemt voor de herkomst van producten. Wel verbaas ik me soms over wat er dan op verpakkingen staat geschreven; echte verkooppraat. Ik ben er voorstander van om het simpel te houden. Voor mij is het belangrijk om gewoon een goede tomaat te telen die voor een goede prijs in de winkel ligt en waar mensen van kunnen weten wie ‘m geteeld heeft en hoe. Ik kijk soms ook waar onze producten terecht komen. Zo was ik laatst in Zuid-Engeland en ik was onder de indruk van hoe vers en goed onze producten in de winkel te koop lagen.
Zelf eet ik onze tomaten graag in stukjes gesneden als bijgerecht bij het avondeten.
